PSV viert in 2023 het winnen van de KNVB-beker door Ajax na strafschoppen te verslaan
NOS Voetbal

Hoe De Kuip het strijdtoneel van de bekerfinale werd: 'Inmiddels een traditie'

  • Franklin Stoker

  • Franklin Stoker

De KNVB-bekerfinale in de Rotterdamse Kuip is een traditie geworden. Maar hoe werd de thuishaven van Feyenoord eigenlijk structureel de locatie van die eindstrijd, die zondag tussen uitgerekend Feyenoord en NEC gaat? En hoe zit het met het thuisvoordeel voor de Rotterdamse club?

We moeten terug naar de jaren tachtig om de achterliggende gedachte van De Kuip als gastheer van de bekerfinale te begrijpen. Het KNVB-bekertoernooi was in die periode nog een ondergeschoven kindje. Veel voetballers haalden hun neus ervoor op en ook de voetbalbond deed weinig om het toernooi aanzien te geven.

De eindstrijd van het toernooi wisselde dikwijls van speelstad: van Tilburg tot Utrecht en van Den Haag tot Rotterdam. Dat had vooral commerciële redenen.

Grote clubs voor het zeggen

De bekerfinalisten hadden destijds veel meer inspraak in de organisatie van de eindstrijd. Zo kregen bijvoorbeeld FC Utrecht en Ajax het in respectievelijk 1985 en 1986 voor elkaar om het duel in eigen stad te laten plaatsvinden. De clubs wilden zo het stadionbezoek voor de eigen supporters aantrekkelijker te maken. Het belang van het bescheiden Helmond Sport en RBC Roosendaal (een jaar later) deed minder ter zake.

Of neem de finale van 1989 tussen PSV en FC Groningen. De KNVB wilde die aanvankelijk in de Utrechtse Galgenwaard laten spelen, maar het veld was door een autoshow onbespeelbaar geworden. PSV stak toen zijn hand op om als vervangende gastheer op te treden, maar daar stak FC Groningen dan weer een stokje voor. De Kuip werd uiteindelijk het decor.

De wisselingen op het laatste moment hadden als gevolg dat PSV in een troosteloze ambiance de finale voor welgeteld 9.483 toeschouwers met 4-1 van Groningen won.

Lege tribunes in De Kuip in 1989 als PSV'er Eric Gerets (links) duelleert met Groninger Jos Roossien

Het was tekenend voor hoe er in die periode met het bekertoernooi werd omgegaan. "Veel spelers hoor je vaak zeggen: het is de beker maar. Daar moeten we vanaf. Daarom zou het goed zijn als een sponsor het cuptoernooi wil adopteren", legde PSV-doelman Hans van Breukelen destijds in NRC de vinger op de zere plek.

Toenmalig KNVB-bestuurder Jan Huijbregts zag na de finale van 1989 al dat het anders moest. "Ik was vorige week bij de Cup Final op Wembley. Dat is toch een heel ander gebeuren. Om de een of andere reden lukt het ons niet om van het bekertoernooi een traditie van te maken."

'Stoffige' bekercompetitie

Huijbregts nam maatregelen en diende in hetzelfde jaar bij toenmalig burgemeester Bram Peper van Rotterdam het verzoek in om van De Kuip, in die tijd al een toonaangevend stadion en vaker gastheer van het bekertoernooi, de vaste locatie van de bekerfinale te maken. Peper gaf begin 1990 zijn ja-woord en een traditie was geboren.

Het duurde tot 1995 voordat het bekertoernooi een sponsornaam kreeg. Een biermerk. "Zij maakten van de 'stoffige' bekercompetitie een heus merk", beschreef sportmarketeer Bob van Oosterhout in 2021 dat succes.

De troosteloze bekerfinale van 1989: 'Kunnen er geen traditie van maken'

Het bekertoernooi is sindsdien sterk in aanzien gegroeid. Alleen wringt het nog altijd zodra Feyenoord een van de finalisten is.

De club speelt zondag zijn tiende bekerfinale sinds 1989. De Rotterdammers wonnen zeven keer de titel. Het ging voor Feyenoord alleen mis in 2003 en 2010. De finale uit 2010 betrof een dubbele ontmoeting met Ajax in Rotterdam en Amsterdam. De KNVB nam die maatregel uit vrees voor supportersrellen.

Thuisvoordeel?

Het winstpercentage van de Rotterdammers ligt sinds 1989 (zeven zeges in negen finales) hoger dan dat van de traditionele concurrenten PSV (zeven uit elf) en Ajax (negen uit dertien). Kun je spreken van thuisvoordeel voor Feyenoord? De voetbalbond vindt van niet.

De KNVB zegt dat de bekerfinalisten altijd gelijkwaardig worden behandeld. "Zo mogen clubs altijd evenveel supporters meenemen en zijn ook alle andere randvoorwaarden voor de twee teams hetzelfde. Eventueel thuisvoordeel als Feyenoord in de finale staat, wordt daarmee zo goed als mogelijk uitgesloten."

De bond voegt eraan toe dat thuisvoordeel voor één club nooit helemaal kan worden uitgebannen, omdat elk groot stadion in Nederland een vaste bespeler heeft.

Een ander alternatief, het aanwijzen van een neutraal stadion na de halve finale, levert volgens de KNVB te veel problemen op. "Dit was juist de aanleiding om naar een vaste speellocatie te gaan."

De strekking van het verhaal van de voetbalbond: Nederland heeft niet de luxe om een onafhankelijk voetbalstadion aan te wijzen, zoals bijvoorbeeld België (Koning Boudewijnstadion), Frankrijk (Stade de France), Spanje (Estadio de La Cartuja) of Engeland (Wembley) dat wel hebben.

Maar de KNVB is tevreden. "Spelen in De Kuip is voor de buitenwacht inmiddels ook vooral een traditie."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl